Portretten 1933-1945:
Polleke, Ludmilla en Marnix Bierens de Haan - olie/doek 45x56 cm - B.R. '37; rechtsonder (op achterzijde: Eskes-Rietveld, april 1937)
Wil Matla december 1938- potlood/aquarel 28x25,5 cm – Elis. Coolwijk-Rietveld Dec 38 Batavia; rechtsonder. Bep Rietveld tekende dit portretje van Wil Matla in het jaar dat zij was aangekomen in Nederlands-Indië; ze was toen in verwachting van haar dochtertje Vrouwke. Ook vóór het kamp was Bep zuinig met papier: op de achterkant staat een onafgewerkte aquarel van haar zoontje Fons.
Baby Vrouwke 1939 Batavia – potlood/papier 26x20,5 – tekst/brief aan haar ouders, aan boven- en onderzijde. Bovenaan: Dit is de bovenkant, ik heb het getekend, terwijl ze in het bedje naar me lag te kijken en ik op dezelfde hoogte met haar zat. Het is eigenlijk niet klaar, en ook niet erg mooi, maar ik stuur het toch maar, omdat jullie er toch wel aan kunt zien hoe ze eruit ziet. Onderaan: Een dubbel gelegen oor, dit doet ze altijd. Vind je het niet grappig, Moeder, dat ze dezelfde streep heeft als jij tussen de oogjes
Vrouwke op stoel met Indisch prauwmodel - olie/doek 120x89 cm -Elisabeth Rietveld, februari 1941; rechtsonder. Het portret van haar dochtertje Vrouwke maakte Bep waarschijnlijk speciaal voor de tentoonstelling ‘Het vrouwelijk palet’ in de Kunstkring van Batavia in 1941. De pers prees haar lichte kleuren en constateerde dat zij zich aan de invloed van Charley Toorop ontworstelde. ‘Opgerold’ overleefde het portret de oorlog, bewaard door de vroegere djongos (huisbediende). Vlak voor de afvaart van Bep en haar gezin op de M.S. Tegelberg in februari 1946, kwam hij het brengen.
Wil Matla 1941 – olie/paneel 30,5x36 cm – E.R.; linksonder. In de zomer of het najaar van 1941 toen de oorlog met Japan al dreigend naderbij kwam, maakte Bep nogmaals een portretje van Wil Matla. De vader van Wil was de chef van een bekende muziekhandel in Batavia en Beps man Dennis Coolwijk was daar in dienst als pianostemmer.
Drie zusje Tuckermann pastel/papier 31x41 cm – El. Rietveld; rechtsonder. De vader van Carla, Ingy en Margy Tuckermann (zij zaten met hun moeder in de kampen Kramat en Tjideng te Batavia) was lid van de Algemene Rekenkamer in Batavia en werd als ‘prominent’ al gauw na de Japanse bezetting geïnterneerd. Volgens een kleindochter hoort bij het portret de uitspraak ‘dat is een mooi verjaardagscadeau voor papa als hij straks weer terug is’. Louk Tuckermann overleed augustus 1945 in een mannenkamp in Tjimahi (Baros 6), een week voor de Japanse capitulatie.
Marijke van Houtrijve, 26x31 cm, olie/hout, E.R. ’43, rechtsonder. Het portret van Marijke (gedateerd 1943) werd nog vóór het kamp bij haar thuis geschilderd. Ze herinnert zich dat ze een hekel had aan het gele jurkje. Marijke zat als klein meisje waarschijnlijk in de kampen Tjideng, Kramat en Kampong Makassar met haar moeder en broer, totdat deze in september 1944 naar een jongenskamp moest.
Margaretha met Marjan april 1943 - pastel 50x37 cm - Elis. Rietveld 1943; linksonder. Het dochtertje van haar vriendin Margaretha was ongeveer twee maanden oud toen Bep deze tekening maakte. Margaretha en Marjan woonden toen al geruime tijd in de ‘beschermde’ wijk Tjideng (Batavia), die toen nog niet helemaal afgesloten was. Omdat ze Joods waren, moesten ze later naar het vrouwenkamp Tangerang (ongeveer 30 km ten westen van Batavia) en vervolgens naar kamp ADEK (Batavia-Zuid); dat waren loodsen van het Algemeen Delisch Emigratie Kantoor waar voorheen contractkoelies en hun gezinnen werden ondergebracht.
Wilty van Kessel, Batavia voorjaar 1943 – pastel/papier, 44x32 cm – E.Rietveld; midden onder. Vier van de kinderen Van Kessel werden in het voorjaar van 1943 door Bep geportretteerd. Het portret van Arnold was nog niet klaar toen ze in juni 1943, na de arrestatie van hun vader, het kamp in gingen met hun moeder en baby-broertje van ongeveer zes weken. Ze zaten in kampen in Batavia (Tjideng, Kramat en Kampong Makassar) en in Buitenzorg (Kota Paris). Pas na de bevrijding kwamen ze te weten dat hun vader met zeventien anderen al in september 1943 was geëxecuteerd omdat hij had geweigerd een loyaliteitsverklaring te ondertekenen.
Carla van Kessel, Batavia het voorjaar van 1943 – pastel/papier, 44x32 cm – E.Rietveld; rechtsonder. Vier van de kinderen Van Kessel werden in voorjaar 1943 door Bep geportretteerd. Het portret van Arnold was nog niet klaar toen ze in juni 1943, na de arrestatie van hun vader, het kamp in gingen met hun moeder en baby-broertje van ongeveer zes weken. Ze zaten in kampen in Batavia (Tjideng, Kramat en Kampong Makassar) en in Buitenzorg (Kota Paris). Pas na de bevrijding kwamen ze te weten dat hun vader met zeventien anderen al in september 1943 was geëxecuteerd omdat hij had geweigerd een loyaliteitsverklaring te ondertekenen.
Piet Hein van Kessel, Batavia voorjaar 1943 – pastel-potlood/papier, 44x32 cm – opzet, ongesigneerd. Vier van de kinderen Van Kessel werden in het voorjaar van 1943 door Bep geportretteerd. Het portret van Arnold was nog niet klaar toen ze in juni 1943, na de arrestatie van hun vader, het kamp in gingen met hun moeder en baby-broertje van ongeveer zes weken. Ze zaten in kampen in Batavia (Tjideng, Kramat en Kampong Makassar) en in Buitenzorg (Kota Paris). Pas na de bevrijding kwamen ze te weten dat hun vader met zeventien anderen al in september 1943 was geëxecuteerd omdat hij had geweigerd een loyaliteitsverklaring te ondertekenen.
Arnold van Kessel, Batavia voorjaar 1943 (opzet) - pastel-potlood?/papier, 44 x 32 cm - ongesigneerd. Vier van de kinderen Van Kessel werden in het voorjaar van 1943 door Bep geportretteerd. Het portret van Arnold was nog niet klaar toen ze in juni 1943, na de arrestatie van hun vader, het kamp in gingen met hun moeder en baby-broertje van ongeveer zes weken. Ze zaten in kampen in Batavia (Tjideng, Kramat en Kampong Makassar) en in Buitenzorg (Kota Paris). Pas na de bevrijding kwamen ze te weten dat hun vader met zeventien anderen al in september 1943 was geëxecuteerd omdat hij had geweigerd een loyaliteitsverklaring te ondertekenen.
Vrouwke in het kamp eind 1943 - pastel, potlood 23.5x21.5 cm; ongesigneerd ongedateerd. Dit portret van haar dochtertje Vrouwe heeft Bep waarschijnlijk eind 1943, begin 1944 in het kamp Kramat (Batavia) gemaakt.
Peter László-pastel/papier 30x43,5 cm-Elis Rietveld kamp Kramat febr. 04; rechtsonder. De vader van Peter was in 1920 met een kindertransport uit Boedapest naar Nederland gekomen om aan te sterken. Hij bleef in Nederland. In 1934 werd hij door zijn werkgever (de Amsterdamse Lettergieterij) uitgezonden naar Nederlands-Indië. Zijn verloofde reisde hem achterna en ze trouwden in Batavia. Het portret van Peter is gemaakt in Kramat, het eerste kamp waar hij met zijn moeder zat. Later kon hij zich alleen herinneren dat de mevrouw van het portret mooi kon zingen en dat ze hem en de andere kinderen die ze tekende ook liedjes liet zingen. Dan merkten ze niet dat ze getekend werden.
Miep Hennephof - Renooy – pastel 24x32 cm – elis. Rietveld 17 Aug ’44; rechtsboven. De vader van Miep was musicus. Hij speelde klarinet en contrabas in symfonie- en kamerorkesten en schnabbelde daarnaast in uitgaansgelegenheden op het Amsterdamse Rembrandtplein. Het leven van een muzikant in de crisisjaren viel niet mee. In 1929 vertrok hij met vrouw en dochter naar Nederlands-Indië. Toen Bep Rietveld haar portretteerde was Miep bijna twintig jaar. Het was een verjaardagscadeau voor haar moeder, die op die dag drieënveertig werd. Op de achterkant schreef Miep later dat ze het portret betaald had met brood en melk.
Dubbelportret in kamp Kramat - Pastel op papier, 48,5 x 63,5 cm - rechtsboven: Elisabeth Rietveld Aug ’44 Kramat. Het is onbekend wie de twee vrouwen zijn op dit dubbelportret dat Bep in augustus 1944 in Kramat (Batavia) van hen maakte. De rechtervrouw lijkt een Indo-Europese en ze is ook ouder dan de vrouw links; zijn het moeder en dochter? Hun trekken vertonen wel wat gelijkenis. De huidige eigenaar heeft het portret gekregen van iemand die het in een kringloopwinkel kocht.
Kees van Houtrijve - pastel/papier 65,5x49 cm - Elis. Rietveld Kramat '44; rechtsboven. Kees van Houtrijve zat met zijn moeder (Annie van Houtrijve-Postma) en zijn zusje Marijke in kamp Kramat toen hij met andere jongetjes van 10 jaar en ouder in september 1944 werd afgevoerd naar een jongenskamp. Deze scheiding op jonge leeftijd is hij nooit echt te boven gekomen. Toen hij later naar Amerika emigreerde wilde hij zijn portret meenemen. Dat mocht.
Fons Seyler 11 jaar (2-9-1944) Dag voor het transport naar het mannenkamp (Indië) - pastel 32x24 cm; ongesigneerd. Fons was bijna twaalf jaar toen hij op 3 september 1944 met 243 ‘oude mannen’ en andere jongetjes van 10 jaar en ouder van Kramat (Batavia) werd afgevoerd, eerst naar Grogol (een voormalig krankzinnigengesticht iets buiten Batavia) en daarna naar kamp Baros in Tjimahi. Bep tekende de dag voor het vertrek nog zijn portret; toen de vrachtwagen met de jongens wegreed, rende zij er als een furie achteraan.
Christine Mia Schaap- pastel/papier 32x24 cm - Elis. Rietveld ‘44 Kramat oct. 21; linksonder. Het portret van Christine Mia Schaap is pas onlangs ontdekt. De eigenaar vond het in de nalatenschap van zijn vader, maar weet verder niets over de herkomst. Aan de hand van een paspoortaanvraag uit 1950 is nu bekend dat het om Christine Mia Schaap gaat. Haar vader was administrateur op een rubberonderneming op Sumatra; hij overleed toen Mia anderhalf was. Mia's moeder was onderwijzeres in Batavia. Samen zaten zij in de kampen Tjideng en Kramat. Na de oorlog werkte Mia op een wetenschappelijk onderzoeksbureau in Batavia. Haar moeder woonde toen in Den Haag.
Marleen van Kuijk - pastel 22,5x31 cm – oct. '44 Elis. Rietveld, rechtsonder. Marleen van Kuijk heeft in kampen gezeten in Batavia (Tjideng, Kramat en Kampong Makassar) en in Buitenzorg (Kota Paris). Toen Marleen ziek werd en een maand in de ziekenbarak lag, voelde zij zich vreselijk eenzaam en verlaten. Haar broer werd tegelijk met de zoon van Bep en andere jongens op 3 september 1944 van Kramat weggevoerd naar een jongens- of mannenkamp. Daar werd hij in 1945 teruggevonden door zijn vader.
Hannelies Bronsing – pastel/papier 24x35 cm – Elis. Rietveld 23 nov. ‘44; rechtsonder. De vader van Hannelies Bronsing werkte voor de Koninklijke Paketvaart Maatschappij (KPM). Toen de oorlog uitbrak werden zij en haar moeder (samen met Sonja Rietberg en haar moeder) halsoverkop geëvacueerd uit Singapore. Gedurende de hele kampperiode bleven ze met zijn vieren bij elkaar. Hannelies' vader overleed als dwangarbeider aan de Birmaspoorweg.
Mariëtte de Groot in kamp Kramat - pastel/papier 41x37,5 cm - Kramat Elisabeth Rietveld 30 november '44; rechtsonder. Mariette de Groot zat met haar moeder en broertje in de kampen Tjihapit (Bandoeng), Tjideng en Kramat (Batavia). Haar vader werkte bij de Esso op Zuid-Sumatra en had bij het uitbreken van de oorlog tevergeefs geprobeerd met zijn gezin naar Nederland terug te keren. Toen Mariëtte en haar moeder in 1988 het portret meebrachten naar de tentoonstelling van Bep in Katwijk, zei zij: ‘ja, dat zijn die lege en hongerige kinderogen uit het kamp’.
Sonja Rietberg-pastel voorzijde 24,5x32 cm- Elis.Rietveld Kramat dec. 1944; rechtsboven. Sonja's vader werkte, net als de vader van Hannelies Bronsing, in Singapore voor de Koninklijke Paketvaart Maatschappij (KPM). Hun moeders steunden elkaar door dik en dun in de zorg voor hun dochtertjes tijdens de kampperiode. Sonja's moeder Gerda schreef op 78-jarige leeftijd haar kampherinneringen op voor haar kinderen.
Portret van Yvonne Adelaide Labouchere - pastel - 32x48,5cm - voor Yvonne Kramat Elisabeth Rietveld ... 1944; rechtsonder. In dit portret van Yvonne Labouchere herken je niets van ‘het kamp’. Bep maakte haar geportretteerden vaak mooier, alsof ze zo hun gevoel van trots en eigenwaarde een zetje wilde geven.
Hanneloes van Asbeck in kamp Kramat 1944- pastel op papier - 34x31 cm - signering: voor Henk. Elisabeth (rechtsonder). Hanneloes van Asbeck, zat met haar moeder en zusjes Marguerite en Cornelie in de kampen Kramat en Kampong Makassar (Batavia). In de hectiek van het kampleven vond zij het rustgevend om soms mee te gaan naar het lijkenhuisje als Bep daar portretjes van overleden kinderen tekende. Die waren vaak een herinnering voor de vaders.
Edje Kruis in Jappenkamp ong.1945, pastel/bruin pakpapier, 23x29 cm - ongesigneerd. Edje Kruis was drie maanden toen zijn moeder met hem de beschermde wijk in ging. Later vertelde zijn moeder dat ze een ‘echte kunstenares’ gevraagd had om een portretje te maken omdat ze geen enkele babyfoto van Ed had. Het portretje, getekend op pakpapier, heeft altijd bij Edjes ouders op de slaapkamer gehangen, daarna had Ed het en nu, na zijn overlijden, hangt het bij zijn jongere, na de oorlog geboren zus in huis.
Ceel Navest in Jappenkamp, pastel 22x25cm – Elis. Rietveld Jan ’45; rechtsonder. Ceel Navest verbleef met zijn moeder, broertje, oma en tante in kampen in Tjimahi (Tjihapit,) en in Batavia (Kramat, Grogol en Tjideng). Zijn oma heeft het portretje laten maken toen Ceel eens heel erg ziek was in het kamp en voor zijn leven werd gevreesd.
Jacobine Cohen Tervaert - pastel/papier 22,5x28 cm - Elis Rietveld 24 febr ’45; rechtsonder. Jacobine Cohen Tervaert was samen met haar moeder en haar zusje Marjolene in de kampen Kareës (Bandoeng), Kota Paris (Buitenzorg) en Kampong Makassar (Batavia); ze was nog maar vierenhalfjaar oud toen zij uit het kamp kwam en heeft daarom niet veel herinneringen aan die tijd.
Marjolene Cohen Tervaert - pastel/papier 22,5x30 cm - Eli. Rietveld 24 Feb. '45; linksonder. Marjolene denkt dat haar tante, die samen met haar moeder en zusje in het kamp zat, het portret heeft laten maken voor de verjaardag van haar moeder op 26 februari. Het is zeer waarschijnlijk dat de portretten van Marjolene en haar zusje Jacobine in Kota Paris zijn gemaakt.
Kees de Jager- pastel/papier 22x29 cm – R febr. ’45; linksonder. Kees was de oudste van vijf kinderen. Zijn ouders kwamen uit Middelburg. Zijn vader was als scheepswerktuigkundige in dienst van de KPM. Het portret van Kees de Jager is door Bep gemaakt vlak voordat hij met een groepje van zes jongens naar het jongenskamp Baros werd afgevoerd. Kees was toen net elf jaar oud. Het portret heeft altijd pontificaal in de huiskamer gehangen. Kees' moeder was een schippersdochter. Bij de repatriëring met de Tegelberg naar Amsterdam op 17 juni 1946 lag daar het binnenvaartschip 'de Maria Hendrika' te wachten met aan boord opa Vermeulen, een oom en een tante. Broer Jaap: 'Het was een klippertje dat opa in 1892 had laten bouwen en waar hij in 1924 een motor in had laten zetten. Zeilend en op de motor kwamen we weer terug in Middelburg'.
Sylvia van den Honert in kamp Kota Paris – pastel/papier 20x27,5 cm – Elis. Rietveld 15 maart ’45; linksonder. Dit portretje maakte Bep toen Sylvia van den Honert ongeveer tweeënhalf jaar oud was, en met haar moeder in het kamp Kota Paris zat. Ze was natuurlijk veel te jong om daar nog herinneringen aan te hebben, maar weet wel dat haar moeder een voorliefde voor het werk van Charley Toorop had en dat zij daar met Elisabeth Rietveld over sprak. Het portret reisde mee, samen met haar babyboek en een foto van haar vader (Sylvia: 'hij leek precies op Errol Flyn') in de rugzak van haar moeder, langs de verschillende kampen en op de boot terug naar Nederland.
Liesje Groeneveld - pastel/papier 28x22 cm - Elis Rietveld maart '45; linksonder. Liesje en haar moeder zaten nog maar net in het kamp toen haar broertje Hans werd geboren. Als klein meisje werd ze meegetrokken in de zorg om het babybroertje. Op haar portret is Liesje bijna zes jaar oud. Liesje weet nog dat ze haar mooie jurkje van organzastof aankreeg toen het portret werd gemaakt. Het was in een stenen huisje, ze was ziek en zat op bed. Dit moet Kota Paris geweest zijn.
Hans Groeneveld - pastel/papier 24x17 cm - E. Rietveld maart '45; linksonder. Hans werd geboren daags nadat zijn moeder en zusje in Tjideng waren aangekomen. De vader van de kinderen voer als stuurman voor de KPM op een schip (alle koopvaardijschepen waren na Pearl Harbor door de marine gevorderd) dat vlak voor de capitulatie door de bemanning tot zinken werd gebracht. De kampperiode kwam later thuis nooit meer ter sprake.
Deetje Hofman – pastel/papier 33x26cm – Elis Rietveld Januari ’45; linksonder. De tekening die Bep in maart 1945 van Deetje maakte, lijkt het portret van een jong meisje, maar Deetje was toen 25 jaar en al acht jaar mevrouw Buurman-Hofman. Haar man, Herman Buurman, was commissaris van politie en zat gevangen in een mannenkamp op West-Java. De vader van Deetje was officier in het KNIL, maar hij maakte vooral naam als 'de tijgerjager van Sumatra'.
Alie Drost in kampong Makassar maart 1945 – pastel/papier 25x18,4 cm – ER linksonder. Alie Drost is in het najaar van 2019 overleden. Haar zoon heeft haar moeten beloven het portret nooit uit handen te geven; het stond voor haar direct in verband met één van de heftigste tijden van haar leven. Zij vertelde hem ook dat zij als 11-jarig meisje zelf het portret heeft laten maken als verjaardagscadeau voor haar moeder, betaald met stukjes brood die ze had verdiend met werken in de kamptuinen.
Frans Dumoulin in kampong Makassar – pastel 22,5x30 cm – April ’45 Elis. Rietveld; linksonder. De vader van Frans werd als arts gemobiliseerd voor het KNIL; krijgsgevangen genomen werkte hij later als dwangarbeider aan de Birma spoorlijn. De vijf jaar oudere broer van Frans moest naar het jongenskamp. Toen dit portret gemaakt werd, verbleef Frans samen met zijn moeder in Kampong Makassar (Batavia). Na de oorlog, in de jaren zestig, trouwde hij met een meisje ‘uit het kamp’: Cornelie van Asbeck.
Beb Vuijk - pastel/papier-Elis Rietveld 27-4-1945; linksonder. Beb Vuijk had (van vaderskant) een Madoerese grootmoeder en was op 25-jarige leeftijd naar Nederlands-Indië vertrokken, waar ze een avontuurlijk leven leidde en in de loop der tijd naam maakte als schrijfster. Met haar twee zoontjes kwam zij in het kamp Kareës terecht vanwaar haar oudste werd afgevoerd naar een jongenskamp. In Nederland genoot Beb later bekendheid als schrijfster van 'Het groot Indonesisch kookboek'.
Margaretha Reyers – pastel/papier 19,5x26 cm – ongesigneerd, na maart 1945. Margaretha zat met haar moeder en twee zusjes in de kampen Kareës, Kedoengbadak en Kampong Makassar, waar Bep haar portret tekende. Margaretha's vader werkte als employee op een kina- en theeonderneming. Haar moeder kwam oorspronkelijk uit Duitsland maar had de Nederlandse nationaliteit door haar huwelijk. De Duitse broer van haar moeder werd in de meidagen van 1940 gearresteerd en kwam op 19 januari 1942 om bij de scheepsramp met de SS Van Imhoff.
Sophia Sietinga in kampong Makassar - pastel/papier, 20x28 cm - Elisabeth R juni ’45; linksonder. In het levensverhaal dat Sophia Sietinga optekende voor haar kinderen staat bij dit portret het bijschrift: ‘deze tekening maakte een medebewoonster van mij in Kampong Makassar in ruil voor een broodje. Zolang zij krijtjes had, bleef zij doortekenen’. Sophia heeft het portret altijd gekoesterd en heeft later nooit geweten dat Elisabeth Rietveld de kunstenares was.
Kinderen in Jappenkamp - potlood/papier 26x36 cm - Elisabeth R. juli 1945; rechtsonder. Deze schets met dochtertjes Elsie en Vrouwke is gemaakt in de tijd dat de omstandigheden in de kampen onhoudbaar, uitzichtloos werden. Duidelijk te zien op de tekening zijn de barakken van bamboe en atap, een dakbedekking van gedroogde palmbladeren.
Cornelie en Hanneloes van Asbeck in kampong Makassar – potloodtekening 24x18 cm – Juli 1945 voor Henk Elisabeth Rietveld; rechtsonder. Het popje in de handjes van Cornelie heette ‘popje Yvonne’ en was onvervangbaar. Toen een koffer met daarin popje Yvonne door een Japanse bewaker werd ingepikt, haalde Bep met veel lef de koffer terug. De kinderen Van Asbeck bewonderden Bep daarom mateloos.
Harry Dohmen in kampong Makassar 1945 – pastel/papier 22x27cm – ongesigneerd. Harry Dohmen werd geboren op 14 mei 1941 in Tjikotok, de goudmijn op Java waar zijn vader werkte als mijnopzichter. De Limburgse familie (vader, moeder, twee kinderen) was in 1939 vertrokken naar Nederlands-Indië. Harry was anderhalf jaar oud toen hij samen met zijn moeder, zusje en broertje naar de beschermde wijk Kareës in Bandoeng moest vertrekken. In Kampong Makassar, hun laatste kamp, vroeg Harry's moeder aan Bep Rietveld een portret van haar jongste te maken. Zusje Mieke bracht hem een paar keer naar de barak van Bep om te poseren. De moeder van Harry werkte als hoofd van de bakkerij en kreeg dagelijks een extra broodje. Daarmee werd voor het portret betaald.
Annie van Houtrijve-Postema - potlood/papier 10x14 cm - Elisabeth Rietveld Aug. 1945 kampong Makassar, rechtsonder. Annie van Houtrijve, de moeder van Marijke van Houtrijve, was bekend in het vooroorlogse muziekleven van Batavia als koordirigente, pianiste en organiste. Toen zij in Kramat (Batavia) zat organiseerde zij daar, zo lang het nog kon, concerten. Haar zoontje, bijna twaalf jaar oud, werd op 3 september 1944 weggehaald en naar een jongenskamp gestuurd.
Nen Roeterdink in het Jappenkamp-pastel/papier 32x22,5cm - Ongesigneerd - Op achterzijde staat "1945, laatste maand Jappenkamp. Tekening gemaakt door de dochter van de bekende ontwerper Rietveld." Nen Roeterdink zat met haar zoontje Don (Rotteveel) gevangen in groot aantal kampen; zijn vader werkte als dwangarbeider aan de beruchte Birma-spoorlijn. Nen was een heel flinke en handige vrouw; ze verdiende soms in het kamp wat extra eten van de Japanners door de elektriciteit te repareren. Zij is een voorbeeld van de vrouwen die na de oorlog hun zelfstandigheid niet meer uit handen gaven.
De bof - potlood en pastel/papier – 16x19 cm - Vrouwke Coolwijk en Marguerite van Asbeck Kampong Makassar ’45 E.R.; rechtsonder. Kinder- en andere besmettelijke ziekten waren een groot probleem in de kampen door het tekort aan medicijnen en gebrekkige hygiëne. Deze tekening dateert van omstreeks de Japanse capitulatie toen de gevangenen voor hun eigen veiligheid nog in het kamp moesten blijven.
Dick en Riemt Legger in het Jappenkamp -pastel/papier 34x26 cm - Elisabeth Rietveld oct 1945; rechtsonder. De broertjes Dick en Riemt Legger zaten met hun moeder en meerdere familieleden (tantes, neefjes, nichtjes, een oudoom) in het kamp in Tjimahi (Tjihapit) en Batavia (Kampong Makassar). Het portret is na de bevrijding gemaakt, toen iedereen voor de veiligheid nog in het kamp moest blijven. Aan het maken van het portret heeft Dick geen herinneringen meer, hij was toen pas drieënhalf jaar oud. Het portret heeft altijd prominent bij zijn ouders in de huiskamer gehangen.
Jantje Hogenkamp in Jappenkamp - pastel/papier 18x25 cm - schets van “Jantje” Elisabeth Rietveld; linksonder. De ouders van Jantje Hogenkamp waren nog maar net getrouwd en in Nederlands-Indië aangekomen toen de oorlog uitbrak en vader Hogenkamp onder de wapenen werd geroepen. Bij de Japanse aanval op Pearl Harbour was Jantje een baby van twee maanden. Met zijn moeder zat Jan in kampen in Bandoeng (Kareës), Tjimahi (Tjihapit). Dit portretje is getekend na de bevrijding toen Jan en zijn moeder in een opvangkamp in Batavia zaten en zij weer verenigd waren met zijn vader die in de oorlog in Australië gelegerd was.
Yvonne Labouchere met haar kinderen Marguerite, Cornelie en Hanneloes van Asbeck in kampong Makassar–pastel 48,5x32 cm – Voor Yvonne’s moeder Elisabeth Rietveld November 1945; linksboven. Dit portret ‘voor Yvonne ’s moeder’ werd gemaakt na de bevrijding toen de ex-gevangenen voor hun eigen veiligheid in beschermde wijken waren ondergebracht in afwachting van de terugreis naar Nederland. Yvonne Labouchere en haar dochters zijn net als Bep en haar gezin in februari 1946 met de M.S. Tegelberg naar Nederland gerepatrieerd.
Maarten Schröder - pastel 31x22 cm - voor Truus Elisabeth Rietveld 15 Dec 1945; rechtsonder. Dit portret van Maarten Schröder maakt oorspronkelijk deel uit van een dubbelportret (met broertje Reynier) dat in tweeën werd geknipt. Bep maakte de schets voor dit portret in grote haast omdat de jongens met hun vader met het vliegtuig naar Australië zouden vertrekken. Daar was ook hun moeder, die al eerder met hun zieke zusje was vertrokken.
Reynier Schröder - pastel/papier, 25x35 cm - Het dubbelportret van Reynier en zijn broer hing eerst bij Maarten thuis: ze hadden erom geloot. Dat voelde niet goed. Maarten knipte het doormidden; en nu hebben de broers elk hun eigen portret hangen. Sommige dingen zijn nu eenmaal groter dan de kunst.
Marijke Julie van den Berg – pastel 19x30 cm – ongesigneerd eind 1945. De vader van Marijke vertrok in 1939 naar Nederlands-Indië om te gaan werken als machinist op een suikerfabriek op Oost-Java. Getrouwd 'met de handschoen' reisde zijn verloofde hem in 1940 achterna. De tweeling was een half jaar toen hun vader na Pearl Harbor werd gemobiliseerd. Hun moeder stond er met twee baby's alleen voor. Het portretje van Marijke, getekend met krijt op een los blad uit een fotoalbum, is de helft van een dubbelportret. De gespiegelde tekening van tweelingzusje Rinsina is verloren gegaan, maar oorspronkelijk keken de zusjes elkaar aan. Toen hun moederde portretten aan haar dochters gaf vertelde ze erbij dat, wachtend op vertrek naar Nederland in 1946 met de Johan de Witt vanuit Tandjong Priok, 'een vrouw' de twee meisjes zo schattig vond en aanbood om ze te tekenen.
Portretten 1946-1960:
Elsie en Vrouwkje - potlood/papier 11x12,5 cm - ER 12 jan. '46; rechtsonder. Als Bep dit portret tekent is zij met haar gezin in Batavia, in afwachting van de repatriëring naar Nederland. Van 13 februari tot 13 maart zijn ze onderweg op MS de Tegelberg naar Amsterdam. Ze slapen in hangmatten in het ruim; in Port Said krijgen ze kleren van het Rode Kruis voor het koude weer in Nederland.
Anne Marie Noppen en haar moeder Vrouwgien (Tutti) Rietveld – pastel/papier 50x36,5 cm – Elisabeth Rietveld Anne Marie Aug. 1946 10 dagen oud; linksboven.
Portretten 1961-1980:
Margot Pezarro-Schröder - potlood/papier 22,5x17,5 cm - margot schröder nov. 1963 B. Eskes-rietveld; middenonder
Gerrit Rietveld - potloodtekening 39x45 cm - Voor de kinderen en kleinkinderen van G Th Rietveld 25 Juni 1964; rechtsonder
Sanne en Lisette Gabriels - olie/doek 54.5x64 cm - Sanne Lisette maart 1967 E. Eskes-Rietveld; linksonder
Nel Struijk van Bergen en Elsbetje - potlood en pastel 82x54 cm - jan. '69 E. Eskes-Rietveld; rechtsonder
Tijsje Korpershoek - pastel 39.5x34 cm - E. Eskes-Rietveld zomer 1971, Matijs Korpershoek; rechtsonder
Margaretha Ferguson (schets tijdens gesprek - pastel/triplex 60x36 cm - ongesigneerd ongedateerd (± 1975)
Portretten 1981-1985:
Schets voor gboortekaartje Johan Laurens 4 november 1985 - potloodtekening 20x26 cm - EER; middenonder
Mieke Rietveld met Bastiaan Tichler - acryl/masonite 72x52 cm - Elis. Eskes. Rietveld okt. 1985; linksonder
Schets voor geboortekaartje Reinier Anne Christiaan 4 mei 1984 - potloodtekening 23.5x29.5 cm - 5 mei 1984 Reinier Anne Christiaan geboren 4 mei 1984 schetsje E.E.R.; rechtsonder
Kees, Elisabeth en Irene van der Plas - acryl/masonite 1.39x79 - El. Eskes-Rietveld zomer 1984; rechtsonder
Schetsje van David Arthur v. d. Plas - pastel 40x41 cm - E.E.; rechtsonder - 11 Sept 1983; onderschrift
Irene v. d. Plas in blauw-groen gestreept truitje - pastel 36x32 cm - Elis. Eskes-Rietveld zomer 1983; rechtsonder
Alexander Liveriero Lavelli - Olie op masoniet, 59 X 40 cm - E. Eskes Rietveld sept '82, rechtsonder -
Brotti Evelina, mimmi moeder van Achille Liveriero Lavelli - krijt/papier, 56x31 cm - Elis Eskes Rietveld Sept 1982; rechtsonder
Elisabeth Liveriero Lavelli - krijt op papier - 49,5 x 37,5 cm - Elisabeth Eskes Rietveld sept 1982, rechtsonder
Portretten 1986-1999:
Susanne Sluyterman van Loo met camelia's - acryl/masonite 70.5x60.5 cm - E. Eskes-Rietveld mei 1986; linksonder
Schets van Johan van der Veen - pastel/papier? 40x22 cm - Elis. Eskes-Rietveld febr. 1986; middenonder
Frederique Moolenbeek in kratstoeltje - acryl/masonite 60x50 cm Elis. Eskes-Rietveld juni 1987; rechtsonder
Annelot Moolenbeek (op lattenstoeltje van Rietveld uit 1942) - acryl/masonite 60x50 cm - Elis. Eskes-Rietveld juni 1987; rechtsonder
"De twee violisten" Elsie en Elisabeth - acryl/masonite 70x80 cm - E. Eskes-Rietveld dec. 1987; linksonder
Schets voor geboortekaartje Arnaud Constantijn - potloodtekening/papier? 27x29.5 cm - E.E.R. 7 sept. 1987; schuin rechtsonder
Peter Tonneijck met zijn kinderen Annemarieke en Johan – acryl/masonite 60x90 cm- DEC. 1989 ELIS. ESKES-RIETVELD; rechtsonder
Twee meisjes v.d. Plas op Steltmanstoelen - Acryl/masonite, 81x109 cm - Elis. Eskes-Rietveld Jan. 1990; links-middenonder
Aleid, kleindochter van Marjolene Cohen Tervaert - pastel/papier 33x44,5 cm - Dec. 1990 E Eskes-Rietveld; rechtsonder